Al van jongsaf leeft bij Gerrit Kuijt een sterk verlangen om zendeling te worden. In de oorlog moet hij met zijn moeder uitwijken naar Drenthe. Als zijn vader na de oorlog tuberculose blijkt te hebben opgelopen, krijgt ook hij deze besmettelijke ziekte.
Wonderlijk mag hij ervan genezen en hij wordt toegelaten op de Theologische School. In 1962 wordt hij als eerste zendeling van de Gereformeerde Gemeenten vanuit de Ahoyhallen in Rotterdam uitgezonden naar Irian Jaya. Met gevaar voor zijn leven legt hij de eerste contacten met heidenen in de binnenlanden, legt hij vliegstrips aan en worden verschillende posten geopend. In Nipsan gebeurt tijdens zijn afwezigheid iets vreselijks ... Uit alles blijkt dat God Zijn werk in stand houdt.
Deze levensbeschrijving kwam in nauwe samenwerking tot stand met mw. Kuijt-Bos. Het verhaal geeft aan onze jeugd een goed beeld van het eerste zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten. Ook ouderen zullen dit verhaal, dat nieuwe feiten bevat, graag lezen.